Nieuwsartikel
Back to all news

Leren van het Cirl-paviljoen

Op 29 mei bezochten twintig mbo- en hbo-studenten van TalentStad Beroepscollege, het Deltion College en Hogeschool Windesheim het Circl-paviljoen om te leren hoe circulaire demontage werkt. Daar werden zij ontvangen door onder andere Nick van Bruggen van lcp-circulair, de organisatie die de ontmanteling uitvoert.

‘Ondanks de overgang naar een circulaire economie, is circulariteit vaak nog maar een klein onderdeel van het lesprogramma,’ aldus Van Bruggen. ‘Daarom hebben we een samenwerking opgezet met meerdere onderwijsinstellingen in Nederland om studenten deze kennis bij te brengen. We nodigen ze uit bij verschillende van onze projecten en hopen met deze bijeenkomsten hen verder te informeren over de mogelijkheden van circulair bouwen en de overgang naar een circulaire economie te stimuleren.’

Lcp-circulair is een joint venture tussen Lagemaat en Cepezed Projects. Ze zijn expert in het ontwikkelen, ontwerpen, bouwen, ontmantelen, opslaan, herontwerpen en remonteren van circulaire gebouwen. Een ander bekend project dat zij uitvoerden was de ontmanteling van het Zuiderstrandtheater in Scheveningen. De bouwelementen hiervan zijn verhuisd naar Oss, waar theater De Lievekamp er circulair mee wordt uitgebreid.

De bijeenkomst bij het Circl-paviljoen trapte af met een presentatie over lineair versus circulair bouwen. Bij lineair bouwen wordt een gebouw gemaakt met de intentie om het uiteindelijk te slopen. Bij circulair bouwen wordt al vanaf het begin, bij het ontwerp van het gebouw, nagedacht over welke materialen later gemakkelijk opnieuw kunnen worden gebruikt en hoe ze worden gemonteerd. Dit werd verduidelijkt tijdens de rondleiding door het Circl-paviljoen.

Van Bruggen: ‘Boven in het plafond zie je bijvoorbeeld balken van Larikshout, een zeer sterk materiaal dat lang meegaat vergeleken met andere houtsoorten. De balken zijn geschroefd. Daardoor kunnen we straks alles gemakkelijker uit elkaar schroeven en gereedmaken voor hergebruik. Het leukste aan deze bijeenkomsten vind ik dat als ik aan het begin vraag wie weleens met circulariteit te maken heeft gehad, niemand zijn vinger opsteekt. Tijdens de bijeenkomst gaan ze steeds blijer kijken en zie je dat het besef landt dat het ook anders kan. Aan het einde van de bijeenkomst nemen de studenten een stuk kennis mee voor de toekomst, wat bijdraagt aan de transitie naar een circulaire bouweconomie.’